Assam II
Zeekadetkorps Vlaardingen
De ASSAM II is een binnenvaartschip met een historie in de beroepsvaart, dat tegenwoordig als korpsschip dient van het Zeekadetkorps Vlaardingen. Het wordt door de vereniging tevens gebruikt als varend clubhuis.
Na een enorme beurscrash in 1929, bevindt de wereld zich in een diepe economische crisis. In datzelfde jaar werkt een handvol arbeiders op een scheepswerf in Waterhuizen aan een binnenvaartschip. Volgens de overlevering nagelt slechts één man het schip af, omdat de firma die het schip besteld heeft, failliet is gegaan. Ook scheepswerf Pattje voelt de crisis: er is een schip te water gelaten, maar een koper is nog steeds niet gevonden. Het vrachtschip wordt in 1934 gekocht door schipper A. van der Veen in Rotterdam. speciaal gebouwd voor de Rode Vaart. Het is een sleepschip (zonder motor) en kan dus niet op eigen kracht varen. Het schip krijgt de naam Alma.
Op 28 december 1939 koopt Simon Springer, koopman te Delfzijl, de Alma van Albert van der Veen. Hij heeft zijn investering slecht getimed, want kort daarop breekt de oorlog uit en zijn plannen pakken anders uit dan verwacht. Het jaar daarop vordert de Duitse bezettingsmacht honderden binnenvaartschepen. Ze gebruiken ze om gestolen goederen van Nederland naar Duitsland te vervoeren of ze bouwen de schepen om tot landingsvaartuig. Ook de Alma moet verplicht ‘lading’ voor de bezetter vervoeren. Na de oorlog wordt de Alma verkocht aan de A.S.F. (Albatros Superfosfaat Fabrieken). Zij verbouwen het voormalig sleepschip grondig. In het ruim plaatsen ze negen tanks voor het vervoer van zwavelzuur De grootste verandering is wel een Diesel voor de voortstuwing. Vanaf nu vaart de Alma op eigen kracht en krijgt bovendien een nieuwe naam, namelijk Assam II.
In 1978 besluit de UKF dat de Assam II gesloopt moest worden, maar daar steekt Jan Tempelaars een stokje voor. Korps Vlaardingen was nog maar net een jaar daarvoor opgericht en huisde in die tijd op een zolder aan de Havenstraat. De Vlaardingse zeekadetten konden het schip tegen sloopkosten aankopen, met geld geschonken door Jantje Beton
De vereniging heeft het schip zelf omgebouwd tot varend clubhuis. Het schip is volgens het Certificaat van Onderzoek geschikt voor alle binnenwateren en biedt slaapplaats aan vijftig zeekadetten. Aan boord bevindt zich een grote wasplaats met douche, toiletten en wasmachine. De kombuis is volledig uitgerust om voor een grote groep mensen goed en verantwoord te kunnen koken. De machinekamer is naast de Cummins-hoofdmotor, uitgerust met een Perkins- en Hatzdieselgeneratorsets. De brug is voorzien van alle apparatuur die tijdens het varen nodig en vaak ook verplicht is.